Bezoek in Cambodja

17 juli 2017 - Phnom Penh, Cambodja

Met een flesje lokaal gestookte whisky op zak en flink wat US Dollars, liepen we met de motor in de hand richting de grens. De US Dollars omdat ze in Cambodja die gewoon gebruiken en de whisky omdat we een aantal horror verhalen hebben gehoord over de grensovergang. Extra betalen voor de motor, omdat je blank bent, omdat de douaneambtenaar gewoon wat extra geld wilde. Ons is verteld dat het met een flesje whisky ook nog wel eens lukt. Wie wilt er nou geen gratis whisky? Ondertussen heeft een “aardige Cambodjaanse man” bij de grens, ons al vijf keer verteld dat we motor niet mee konden nemen, behalve als we ons visum bij hem zouden regelen. Hij regelt het wel! Maar deze truc kennen we inmiddels, niet intrappen. Lichtelijk gespannen parkeren we de motoren uit het zicht en lopen naar een loket waar VISA op staat. De man loopt met ons mee. Wij vertrouwen het nog niet helemaal en lopen daarom naar binnen, daar waar je de officiële grens  overgaat. De douanier legt ons uit wat we moeten doen en vertelt ons dat het visum gewoon 30 USD kost, en we niks extra’s hoeven te betalen. Vanaf toen ging het eigenlijk heel makkelijk. Binnen een kwartiertje hadden we ons visum en konden we officieel Cambodja in. Vol goede moed liepen we naar buiten om onze motoren te pakken. Eenmaal buiten bleek een gigantische hemelbreuk plaats te vinden, waardoor onze “verstopte”motor volledig waren nat geregend. In een rap tempo verplaatsen we onze motoren tot op de grens. Dit was de enige plek waar we konden schuilen. Dit voelde nogal ongemakkelijk, aangezien de douanier niet wist dat we twee motoren meenamen. Daarnaast hebben we onze strak vastgebonden bagagetassen op de motor laten zitten, terwijl deze eigenlijk door een röntgen apparaat hadden gemoeten. Anyway, door rijden was geen optie. Dan maar gewoon doen alsof je neus bloed en een broodje pindakaas smeren. Het werkte!

Na anderhalf uur stopte de regen en konden we verder naar de hoofdstad: Phnom Penh (vanaf nu noem ik het PP, dat is makkelijker). Ondanks een flinke vertraging door de regen en een opmerkelijk slecht geregelde avondspits in PP kwamen we vlak na het donker aan bij ons hostel. Een hele fijne plek met zwembad en prima eten. De slaapzalen zijn niks nieuws meer voor ons en deze was zelfs behoorlijk luxe! Lars en Laura (de broer van Marten en zijn vriendin) komen twee dagen later dan ons aan. We pikken ze op van het vliegveld en brachten ze achterop de motor naar hun hotel.

Cambodja heeft vreselijke dingen meegemaakt in de jaren 70. De Rode Khmer had de macht in handen en heeft een vierde deel van de bevolking vermoord. Om een land als Cambodja te begrijpen moeten wij deze gruwelijkheden onder ogen nemen. We bezoeken een museum en de massagraven naast de stad. Vlakbij het centrum van de stad staat een oud schoolgebouw. De Rode Khmer hebben deze plek gebruikt als gevangenis en martelplek. Als een persoon na vele mishandelingen toegaf aan zijn niet gedane misdrijf, werd hij of zij naar de killingfields gebracht. Op deze plek werden ze vermoord en in een massagraf gegooid. Mensonterende dingen gebeurden hier. Ik zal niet alles vertellen, voor meer interesse verwijs ik je naar het internet. Met de opgedane kennis praten we ’s avonds nog even na. Het is op zijn zachtst gezegd behoorlijk indrukwekkend. Maar het hebben van deze kennis wil niet zeggen dat wij niet kunnen genieten van dit prachtige land. De mensen zijn vriendelijk, behulpzaam en kunnen een goed woordje Engels. Het eten smaakt goed en het bier is goedkoper dan water. En het gezelschap van Lars en Laura is super! We spelen veel kaartspelletjes en drinken wat biertjes en gin-tonics weg.

Onze volgende stop is Koh Rong. Een eiland dat een half uurtje varen met de speedboot vanaf het vaste land ligt. Lars en Laura hebben daar voor ons een verassing in petto, ter ere van onze verjaardagen. Daar op het eiland blijken ze als verassing een prachtige plek  te hebben geregeld op een heerlijk rustig stukje strand. Dank jullie wel Lars en Laura! Het zand is wit, het water helder, de drankjes koud en de zorgen.. welke zorgen? Na 4 dagen het-‘drinken met je billen bloot, melk uit een kokosnoot’-gevoel te hebben gehad, verplaatsten wij ons weer met de motor. Dit keer naar het noorden. Het is een te lange trip, daarom splitsen wij hem op in twee dagen. Eerst naar PP en daarna naar Siem Reap.

Siem Reap is en leuk stadje waar altijd wel wat gebeurd. Er zijn talloze marktjes en barretjes, zelfs tuktuks die zijn omgebouwd tot mini cocktail bar. Een tuktuk is dus niet zo’n cracker, maar een omgebouwde scooter. Zo omgebouwd dat er vier mensen op een redelijk comfortabele manier achter de scooter in een karretje zitten. Maar deze zijn dus weer anders omgebouwd, namelijk tot rijdende cocktail bar. Inclusief veel te harde muziek uit neppen Bose boxen en disco verlichting. Lekker fout. Helaas is Siem Reap ook de plek waar we voor het eerst in aanraking komen met de welbekende ‘bedbug’ ofwel in het Nederlands: bedwants. Een soort luizen, alleen blijven deze in je bed, kleren, tas, muren, plinten, tapijt, matras, etc. zitten. Ze bijten, jeuken en zijn gewoon om de kriebels van te krijgen.

Toen we na veel biertjes rond 2 uur ’s nachts in het hotel terugkwamen, werd duidelijk dat deze beestjes bij ons op bezoek waren. Probeer dan maar eens rustig aan de nachtreceptionist uit te leggen dat er beestjes op je bed lopen. Gelukkig kon de manager snel komen en heeft hij ons geld terug gegeven. Maar nu de uitdaging om op dat tijdstip nog een ander hotel te vinden. Na wat rondlopen vind Marten er al een paar. Wel wat duurder, maar zeker schoner. De dag erna zoeken we een goedkoper bedbeestjes-vrije plek. Gelukkig hebben we ze niet meegenomen. Onze tassen lagen ver weg van het bed en we hebben geen jeukende vreemde plekken op ons lijf gevonden.

Siem Reap is ook de plek waar de beroemde Ankor Wat tempels staan. Het zijn eeuwenoude boeddhistische tempels verspreid op een enorm terrein. Je kan er uren ronddwalen. Wij hebben een tuktuk met chauffeur geregeld, die ons een beetje door het terrein heen leid. Ik ben blij dat we de korte tour hebben gedaan, want voor mij was het na tempel nummer twee wel duidelijk..

Lars en Laura nemen een schattig bootje naar Battambang, een slaperig stadje met een paar barretjes, en wij rijden bijna via Thailand naar hetzelfde plaatsje. Een snellere weg was er gewoon niet. Er zitten een hoop Fransen hier die een eigen guesthouse hebben of als expat hier wonen en werken. Hierdoor zijn er wat hippe koffietentjes de eigenlijk iets te duur zijn, maar baguettes zijn overal te verkrijgen. We doen een ritje op de bamboetrein. Dit is een van bamboe gefabriceerd plateau op wielen met een herriemotortje achterop. Voor die paar euro was het een leuk ritje.

Die avond lopen we door de straten richting onze hotelletjes. Het afscheidmoment is daar, als we ineens een man zonder kleding voorbij zien lopen. Poedeltje naakt en (zo lijkt het) stoned als een garnaal, loopt hij op ons af. Een andere Cambodjaan sprak hem aan en zei hem zijn broek weer aan te trekken. Die hing namelijk gewoon over zijn schouders. Dat is beter, nu kunnen we toch echt afscheid nemen. Het was een ontzettend fijne tijd! Nogmaals dank voor Lars en Laura dat ze het aandurfde ons op te komen zoeken in het bijzondere Cambodja.

Nu is het aan Marten en mij de taak om te bedenken wat we met onze motoren gaan doen. We weten inmiddels zeker dat Marten zijn ouders naar Thailand komen en wij ze daar gaan ontmoeten. Na wat wikken en wegen besluiten wij dat we het beste terug naar Vietnam kunnen rijden om onze motoren daar te verkopen. De terugreis naar Ho Chi Minhstad vanaf Battambang kan beginnen.

Liefs,

Marten en Marloes.

Foto’s

1 Reactie

  1. Laura:
    13 oktober 2017
    Leuk geschreven Marloes! Jullie ook heel erg bedankt voor de gezellige tijd. XX