Maleisië, Brunei en Singapore

1 oktober 2017 - Melaka, Maleisië

We hebben veel zin om naar Maleisië te gaan. We hebben maar een paar mensen ontmoet die naar Maleisie zijn gegaan tijdens hun reis en hopen dus minder toerisme tegen te komen dan in Thailand. Als ons vliegtuig is geland zoeken we contact met Camiel, een vriend van Marten. Om ons te ontmoeten is hij voor een paar dagen in Kuala Lumpur. De eerste drie dagen trekken we met elkaar op en bezoeken we wat hoogtepunten in KL, zoals de bekende Petronas torens en de vele shopping malls die de stad rijk is. Je kan letterlijk via de shopping malls van de ene naar de andere kant van de stad lopen. En dat is best gunstig, want KL is HEET. Heel heet. De Maleis houdt van airconditioning. Dat komt mede doordat ze zich ernstig warm aankleden. De Maleis is namelijk Islamitisch. In de grote steden en toeristische plekken merk je dat nauwelijks. Als vrouw over straat lopen in korte broek en spaghettibandjes is prima. Sommige zullen je nakijken en op bepaalde plekken voelt het niet fijn. Maar het is prima. Ook schalt het gebed zo’n vijf keer per dag door het land. In het begin voelt het alsof je in een Amerikaanse oorlogsfilm bent beland, dat er ieder moment ergens een bom gaat ontploffen. Maar we hebben te veel films gekeken, de sfeer is het tegenovergestelde. De airco in de shopping malls zijn heerlijk om af te koelen, maar we ontwikkelen wel verkoudheid na verkoudheid met de grote temperatuurwisselingen. Niet alleen de winkelcentra zijn steenkoud, ook de bus wordt zo koud mogelijk gehouden. Het is net alsof ze de temperatuur niet kunnen aanpassen. Noordpool of Sahara, vrieskist of oven, gletsjer of geiser, uit of aan. Maargoed. We wennen eraan.

Na Kuala Lumpur vervolgen we onze weg naar de ‘Cameron Highlands’. Een prachtige plek waar je heerlijk kunt afkoelen. Vroeger (tijdens de Engelse koloniale tijd) kwamen de Engelsen graag in de hooglanden. Ze bouwden er typisch Engelse huisjes en plantte er theevelden. Dat alles is er nog steeds te zien en te ervaren. Tijdens onze twee nachten daar regent het constant, en als het droog is hangt er wel een grote mistbank. Maar het voegt wel sfeer toe aan de plek. We doen een hike voor een paar uur en spotten apen en een specht (nooit eerder gezien in het wild J) en besluiten de dag  met een kopje thee en een stukje worteltaart bij de theevelden.  We willen wel wat warmer weer dan dit, dus we nemen de bus naar Penang, een eiland vlak aan de noordoostkust van Maleisië. Dit eiland heeft net als de Cameron Highlands veel koloniale historie. De Engelsen hebben er flink huis gehouden. De straten van Georgetown zijn alsof je door een Engelse wijk loopt, maar dan met extreem lekker warm weer. Er zijn vele ‘streetart’ plekken waar je mooie kunstige creaties kan bekijken of mee op de foto kan.  Zo zijn er motoren, fietsen, schommels en stoelen in muren gemetseld met een mooie tekening van spelende kinderen of andere mensen die het straatbeeld van vroeger weergeven. ’s Avonds eten wij bij de street hawkers. Oudere mannetjes en vrouwtjes die hun geld verdienen door te koken op straat. Ze hebben wel gewoon een verrijdbaar keukentje hoor. Ze bereiden verse groente, vlees en noodles met heerlijke sausen voor een euro. Er zijn een aantal plekken in de stad waar ze mogen staan. Er is ook iemand die drinken verkoopt en zorgt dat je ergens kan zitten. Soms is er weinig plek en zit je met andere mensen aan tafel. Erg gezellig, je bent nooit alleen. Er zijn ook altijd wat auto’s of scooters die rustig voorbij komen rijden, want ja, je zit wel gewoon op straat. De laatste avond in Georgtown wordt ‘Merdeka’ gevierd. Een feestdag in Maleisie. Ze hebben er erg veel en iedereen legt ons wat anders uit. Maar de rode lijn is dat er wordt gevierd dat Maleisië onafhankelijk is geworden van de Engelsen. Het is gezellig op straat en er wordt veel eten verkocht. Er spelen een aantal bandjes Europese en Amerikaanse muziek. Stiekem wat biertjes drinken hoort hier natuurlijk ook bij. De Maleis heeft het liever niet namelijk. In totaal zitten we hier vijf volle dagen.

We trekken verder door het land richting de oost kust. Hier zijn ook de Perhentian Islands. Twee prachtige eilanden die (nog) niet overspoeld worden door toerisme. Het water is blauw en super helder. Vanaf de boot kan je zo de bodem van de zee zien. We hebben dit nog niet eerder zo mooi gezien. Snorkelen behoort tot de dagelijkse bezigheden tijdens ons verblijf op het eiland. Net als bier drinken en de vuurshows bekijken. De onderwaterwereld is erg bijzonder en we zijn blij dat we het zo mooi hebben kunnen aanschouwen rondom dit eiland. Zeeschildpadden, barracuda’s, de anemoonvis (finding Nemo visjes) en vele andere soorten kunnen we afstrepen van ons lijstje. Helaas is wel veel koraal kapot gegaan door onwetende toeristen die op het koraal gaan staan. Veel (met name Aziatische) toeristen begrijpen niet hoe kwetsbaar het koraal is. Als ze moe zijn van het zwemmen gaan ze staan, waardoor koraal afbreekt of sterft. Ook de vele boten die hun anker uitgooien nemen deel aan het kapot maken van het koraal. Gelukkig is er nog veel moois te zien en ik hoop dat dat nog lang mag blijven. We relaxen in totaal bijna een week op het eiland.

Onze reis door Maleisië wordt vervolgd door via Kuala Lumpur naar Melaka te gaan. Melaka ligt weer aan de westkust, maar deze keer een stuk zuidelijker. Het is net als Penang een oud koloniaal stadje, maar in dit stadje zijn niet alleen de Engelsen geweest. Het begon met de Portugezen, die bouwden daar een fort. Maar in de VOC tijd hebben de Nederlanders de Portugezen verslagen in een gevecht om Melaka. De Nederlanders breidde het stadje flink uit, met een fort, een kerk, een stadhuis en een begraafplaats. De kerk en het stadhuis zijn nog steeds te bezichtigen en vonden wij zeer interessant. Ook de oude grafstenen met Nederlandse tekst is bijzonder om te zien. Na de Nederlanders kwamen de Engelsen (we hebben Melaka ‘afgestaan’). Maar nu is het gewoon van Maleisië. Het is een gezellig klein stadje met een kleine binnenstad en een marktstraatje genaamd: de Jonkerwalk. Toch geinig die Nederlandse invloeden. In Melaka bereiden we wat zaken voor, omdat we in de volgende stad ons visum voor Indonesië gaan aanvragen. Die volgende stad is Johor Bahru. Het is de stad die grenst aan Singapore. Vanaf hier gaan veel mensen met de bus of met de trein naar Singapore. Maar dat is ook de enige vorm van toerisme die er in deze stad te vinden is. Er is weinig te zien en we slijten onze dagen in koffietentjes en bij de plaatselijke Vietnamees. Het aanvragen van ons visum voor Indonesië was nog een heel gedoe. We waren de eerste keer onze paspoorten vergeten, maar reden ook nog eens naar de verkeerde plek. De tweede keer kwamen we wat documenten te kort en gelukkig was de derde keer scheepsrecht. Het kostte wat moeite, maar dan heb je ook wat! Wij gaan naar Indonesië! In Johor Bahru vonden we een heerlijk Vietnamees restaurant waar we lekker wat goedkope en lekkere biertjes konden drinken. Voor we het wisten werden we uitgenodigd om bij een familie aan tafel te komen zitten. Het bier vloeide rijkelijk en de oudere mannen van de familie lagen al dronken op tafel te snurken. We zijn net op tijd weggegaan, anders zouden wij ook een flinke kater hebben. Maar gezellig was het zeker!

Met ons nieuwe visum in ons paspoort vliegen we vanaf Johor Bahru naar Sabah (Maleisisch Borneo). We willen hier graag bij een homestay slapen in een klein dorpje vlakbij beschermd natuurgebied. De mensen van de homestay nemen ons dan mee op een boot door het natuurgebied in de hoop dat we wat Orang Oetans kunnen spotten! Voordat we daar komen reizen we via Kota Kinabalu (aankomst vliegtuig) naar Sandakan. In Sandakan worden we opgepikt door iemand van de familie bij wie we gaan slapen. Er blijken nog twee mensen te worden opgepikt, een Duits koppel van onze leeftijd, en bij aankomst is er ook al een Frans koppel van onze leeftijd. Het is erg gezellig met iedereen en de familie zorgt goed voor ons. We krijgen heerlijk eten en helpen ook dit te bereiden. De tochten door het park zijn prachtig! Vanaf de boot hopen we steeds weer iets moois te ontdekken. We zien prachtige vogels, neusapen, makaken, rode langoer, muts langoer, neushoornvogels, een slang meerdere leguanen en op de laatste twee dagen hebben we het geluk meerdere orang oetans te zien. Zelfs een moeder met een kind. Wat een prachtig gezicht! We zijn dik tevreden en erg blij dat we zoveel van de natuur hebben mogen genieten en lekker terug naar de basis hebben mogen gaan bij deze familie.

De tijd vliegt voorbij en we gaan al terug met de bus naar Kota Kinabalu. Daar blijven we nog een nachtje voordat we met de boot naar Brunei gaan. Brunei is een klein oliestaatje waar waarschijnlijk niet veel mensen in Nederland ooit van hebben gehoord. De sultan, premier en minister van Brunei is een rijke vent. Hij heeft een gouden Rolls-Royce en 4999 andere auto’s. Maar ondertussen wonen er nog veel mensen in krotten op een rivier. Er is nauwelijks toerisme, taxi’s kosten je een vermogen en de bussen rijden niet meer na 6 uur. Gelukkig zijn de mensen er vriendelijk, was liften eenvoudig, de moskees prachtig versiert en het eten betaalbaar. We zijn maar twee nachten in Brunei, er is vast meer te zien. Maar ik zweet me een ongeluk in al die kleren. Ook dit land is Islamitisch en hebben de Sharia ingesteld. Als je iets verkeerds doet krijg je zware straffen. Amputaties, stenigen, dat soort dingen. Merken wij gelukkig niets van, wij gedragen ons netjes.

We maken ons op voor de busrit + vlucht naar Kuching (nog steeds Maleisisch borneo). Op dag één huren we een scooter om naar de grotten te gaan. Een van de grotten wordt de ‘fairy cave’ genoemd. Het blijkt een prachtige grot met een groot gat naar buiten waardoor er veel zonlicht naar binnen komt en er in de grot een soort groene oase is ontstaan. Planten groeien er erg goed. Het is erg mooi om te zien! Op de terug weg moeten we door de stromende regen. Gelukkig heeft de bewaker nog wel wat (gebruikte) vuilniszakken waar we ons een beetje droog mee kunnen houden. Het moet een geinig gezicht zijn geweest voor de locals, twee bleekscheten in vuilniszakken op een scooter door de stromende regen. Op de tweede dag maken we ons op om met de scooter naar Bako nationaal park te gaan. We gaan gehaast weg na het betalen van het hotel. Na anderhalf uur op de scooter te hebben gezeten kwamen we aan en blijken we niet genoeg geld mee te hebben om de kaartjes te kopen. Het dichtstbijzijnde pinautomaat is in Kuching zelf, dus weer helemaal terug. Dit soort dingen gaan meestal goed, maar als je lang reist loopt het wel eens verkeerd. We besluiten er een museum dag van te maken in Kuching. Eenmaal terug in Kuching bezoeken we een mooi onderhouden Museum over de stichting van Sarawak (provincie van Maleisisch Borneo) die mede mogelijk is gemaakt door een Engelsman. Hij en zijn familie zijn een tijd lang de ‘ Witte Koning’ van Sarawak geweest. Erg interessant. Dag drie en poging twee naar het Bako Park. We gaan redelijk op tijd weg,met genoeg geld, gaat halverwege de scooter ineens ernstig roken. Het lijkt wel alsof er een nieuwe paus is gekozen! We hebben een uurtje stil gestaan om te checken wat er mis is en om te overleggen met de verhuurder. Hij adviseert om terug te rijden naar Kuching en om samen te kijken wat er aan de hand is. Dat kan, want de scooter reed nog wel goed. Maar toen we reden bleek hij niet meer te roken en besloten we naar Bako verder te rijden. De verhuurder vond het allemaal prima, het zal ‘m een worst zijn. Toen we daar aankwamen bleek de boot over anderhalf uur pas te gaan, want het water stond te laag. Dat zou betekenen dat we maar twee  uurtjes in een enorm park hebben. Zonde van ons geld dus. Na een kop koffie besluiten we het park van de bloem te bellen. Rondom Kuching kunnen de zeldzame Rafflesia bloemen worden bekeken. De bloemen zijn een van de grootste ter wereld en bloeien maar 7 dagen van hun jaren durende groeiproces. Er is een speciaal park waar er veel groeien en we een goede kans hebben om er een te zien. En ja wel hoor! De meneer aan de telefoon vertelt dat er op het moment twee bloemen bloeien. Het geluk lacht ons weer (even) toe. Het park is vanaf Kuching twee uur rijden en we moeten nog via Kuching (ander half uur dus) naar het bloemen park. Halverwege Kuching en het park begint het te hozen. We komen dus vrij laat aan, maar kunnen nog mee met een gids die ons de bloemen in het park laat zien. Prachtig en bijzonder. Terwijl de regen gestaag door plenst rijden wij terug naar huis (met nog steeds dezelfde scooter die zo veel rook maakte) doorweekt en verkleumd tot op het bot komen we bij het hostel aan. Lekkere warme douche en we voelen ons weer goed. Dag vier en poging drie voor het BAKO park. We gaan vroeg weg, met genoeg geld en nemen het risico van de rijdende rookbom scooter. De kaartjes die we gister hebben gekocht mochten we vandaag gebruiken. Het water is goed, we zijn op tijd met genoeg geld en we komen dan daadwerkelijk het park in! We kiezen voor 3 verschillende wandelpaden. Één die ons naar een strand toe leidt, een die ons op de kliffen brengt en de ander die bekend staat vanwege de vele neusapen die er zich huisvesten. Het lopen in de jungle is zwaar. We hoeven niet te zoeken naar watervallen, die hebben we op onze ruggen en hoofden. Maar het uitzicht is dan ook prachtig. Op route twee zien we veel vleesetende planten! En route drie doet Marten alleen, ik ben doodop. Ik relax wat op een bankje in de schaduw als een groep chinezen met gids langs komt lopen en een mannetjes neusaap spotten. De ‘lone ranger’ komt hier elke dag om van de blaadjes te eten. Maar hij is schuw, zo zegt de gids. Dus het is bijzonder dat we hem hier zo dichtbij kunnen zien. De neusaap is groot, zo groot als een kind van 7. Hij springt door de bomen weer weg en de Chinezen doen hetzelfde, maar dan over het pad. Het was een leuke dag in het park. Diezelfde avond vliegen we terug naar Johor Bahru, om vanaf daar de bus te pakken naar Singapore!

Singapore is een mooi land. Ze zijn er erg netjes en hebben het milieu voorop staan. Kauwgom mag bijvoorbeeld het land niet in. In de periode dat wij er zijn kan je via een app aan gratis fietsen komen. Als Nederlanders maken we daar uiteraard goed gebruik van. Het is een heerlijke manier om de stad te zien. Het is er erg warm, maar door het fietsen hebben wij een heerlijk windje. De afwisseling in architectuur is bijzonder om te zien. Zo staan er honderd jaar oude huisjes naast een enorme nieuwe flat. Cultuur is belangrijk in Singapore, zo heb je een Chinese wijk (maar eigenlijk vind je ze overal) een Indiase wijk (die zijn wel echt volop te vinden rondom die wijk en beduidend minder in de rest van Singapore) en een ‘ Arab’ wijk. Dit zou suggereren dat er veel Arabieren zijn, maar dat is niet zo. Er staat gewoon een moskee en er zijn veel midden oosterse restaurants te vinden die de architectuur gebruiken om er een meer ‘ arab’-sfeer in te krijgen. Desalniettemin een leuk wijkje. De avonden sluiten we af in Marina Bay, daar vind je het welbekende hotel van drie torens met een enorme ‘surfplank’ erop. Er worden mooie lichtshows gegeven en we kunnen er lekker eten voor een leuke prijs. Ook Gardens by the bay is bijzonder. Ze hebben twee enorme kassen waarin ze vele bijzondere planten hebben geplant. Het is leuk om erdoor heen te struinen. ’s Avonds sluiten we af door de licht en geluidshow te bekijken in hetzelfde park. Ze hebben enorme kunstige bomen gemaakt die licht kunnen geven.

Na 3 volle dagen in Singapore te zijn geweest gaan we weer terug naar Johor Bahru met de bus. Vanaf daar gaan we via Malaka naar Kuala Lumpur en vliegen we naar Medan, de hoofdstad van Sumatra, Indonesië.

We hebben er weer zin in!

Liefs,
Marten en Marloes

Foto’s